Nederlandse jongens groeien op in een vrouwenwereld. In de kinderopvang werken maar een paar honderd mannen. Ongekend weinig in vergelijking met bijvoorbeeld Zweden of Duitsland. Daar is ongeveer 1 op de 5 begeleiders man, terwijl dat in Nederland 1 op de 50 is. Waarom werken er zo weinig mannen in onze kinderopvang?
Een tijdje geleden werd er actiegevoerd voor meer mannen in het onderwijs. Ongeveer 86% van de docenten is vrouw en dat vindt men te weinig. Recente gegevens uit een onderzoek van de KRO-NCRV laat zien dat het in de kinderopvang nog veel slechter is gesteld met het aantal mannen. Daar is ongeveer 2% van de begeleiders man. Een bijzonder laag aantal, helemaal in vergelijking met andere soortgelijke landen. Als er in het basisonderwijs zoveel actie wordt gevoerd voor mannen in het onderwijs, waarom is er dan zo weinig aandacht voor mannen in de kinderopvang? In dit artikel zoeken we uit waarom er zo weinig mannen in de opvang werken en wat het verschil is tussen mannen in vrouwen in de kinderopvang.
Wantrouwen door zaak Hofnarretje
Eén van de mogelijke oorzaken voor dit lage percentage mannen in de kinderopvangsector zou kunnen komen door wat er in 2010 in het Hofnarretje gebeurde. In december 2010 jaar werd Robert M. van het Hofnarretje gearresteerd voor het misbruiken van tientallen kinderen. Sinds deze zaak is het wantrouwen in mannen in de kinderopvang sterk gegroeid. “Het Hofnarretje heeft een ongelofelijke negatieve invloed gehad op het aantal mannen in de kinderopvang”, zegt Gjalt Jellesma, woordvoerder van BOink. BOink is de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang. “We krijgen nog vaak vragen van oudercommissies als ze geconfronteerd worden met een man voor de groep”, aldus Jellema.
Robert M. is niet de enige oorzaak
Het is te makkelijk om alleen Robert M. aan te wijzen als oorzaak voor het lage percentage mannen in de kinderopvang. Ruben Fukkink noemt ook het salarisverschil. ‘Voor jongens van 16 is het salaris wat bij een baan in de kinderopvang hoort niet aantrekkelijk.’ Daarnaast geeft pedagogisch medewerker Tom aan dat de opleiding niet heel erg gericht is op mannen. ‘In de boeken wordt vaak gesproken over leidsters in plaats van leiders. Daarnaast zitten er bijna alleen maar vrouwen op de opleiding.’ Tom geeft aan dat deze dingen niet heel motiverend werken.
Mannen in de kinderopvang
Fukkink geeft aan dat hij ziet dat mannen in de kinderopvang niet onderdoen voor de vrouwen in het vakgebied. ‘In onderzoek zagen wij dat er in de zorg die mannen of vrouwen geven geen verschil is. De mannen en vrouwen deden het even goed! Kinderen geven ook aan dat ze beide leiders erg waarderen. Daarom zou er geen onderscheid moeten zij tussen mannen en vrouwen.’. Dat een man andere eigenschappen dan een vrouwelijke leidster heeft is eerder een aanvulling dan beperking. ‘Kinderen geven aan dat mannelijke leiders meer openstaan om te stoeien, betere humor hebben en andere activiteiten bedenken dan de vrouwelijke leiders. Deze eigenschappen voegen daarom wat toe in de kinderopvang.’
Anno 2017 zou er niet meer zo’n negatief beeld rondom mannen in de kinderopvang moeten zijn, aldus Ruben Fukkink, bijzonder hoogleraar kinderopvang aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De man in de kinderopvang is de meest onderzochte man. Screening, strenge aannaamprocedures, een vierogenbeleid en een verklaring omtrent gedrag (VOG).’ Daarnaast is de kinderopvang veel transparanter geworden.’ Ook Jellesma geeft aan dat we onze blik moeten verruimen. ‘We moeten niet één man alles laten verpesten voor de kinderopvang. Als ik denk aan mannen in de kinderopvang moet ik vooral denken aan vaders, opa’s en meesters die allemaal hun best doen. Mannen in de kinderopvang is ook goed voor de kinderen zelf!’.